Ik krijg spontaan jeuk als mensen vragen aan me stellen in de trant van: “Hoezo ga jij op reis, je ziet er toch niets van? Ja, want als ík op reis ga dan kijk ik naar dingen en dan geniet ik van uitzichten en zo.” En dat is precies waar het misgaat: reizen is niet alleen maar kijken en dingen waarnemen, het is zoveel meer dan dat. Dat is wat ik in de afgelopen jaren heb geleerd en waarvoor ik heel hard mijn best doe om dat op anderen over te brengen. Ook van andere slechtzienden kreeg ik wel eens opmerkingen als: “Goh, dat jij daar de energie voor hebt om op reis te gaan, want al die indrukken en een land dat slecht begaanbaar is, nee dat zou ik echt niet trekken.” Ik geef toe, het is ook veel, maar als dit iets is wat mij het meeste energie geeft, dan doe ik dat gewoon. Ook ík wil meer van de wereld ZIEN.
Wat zie je dan als je het niet ziet?
Zoals ik al zei, reizen is voor mij veel meer dan alleen maar kijken, observeren, waarnemen. Vanaf het moment dat ik in het vliegtuig stap, op weg naar een nieuwe bestemming, geniet ik al. Dit jaar ben ik bijvoorbeeld naar Indonesië en New York geweest. Twee absolute uitersten. In Indonesië heb ik vooral genoten van de geuren, geluiden en het megalekkere eten: dat is voor mij echt op reis gaan. Ik maak ontelbaar veel foto’s van alles wat om me heen is, alleen maar om er later op te kunnen inzoomen en zo alsnog te kunnen zien wat er echt om me heen was.
Wat ik vaak merk is dat goedziende mensen alleen vertrouwen op hun zicht, en de waarde van de rest van hun zintuigen als onbelangrijk beschouwen, maar geloof me, dat is juist waar het echt om gaat. De geur van kruidige specerijen, verse nasi goreng of gado gado. Of de geluiden van tientallen scooters om je heen, of geluiden van dieren die toch een stukje exotischer zijn dan onze huismus. Maar ook de ervaring van je in een ander land begeven, nieuwe plekken ontdekken en – wat ik tot mijn nieuwe doel heb gemaakt – ontdekken hoe ‘blind proof’ een land daadwerkelijk is.
Eindeloze verschillen
In New York was mijn stok een beetje vergelijkbaar met de magische toverstok van Harry Potter; mensen maakten allerlei coole dansmoves om mij te ontwijken, honden wilden meteen vrienden met me worden omdat het rollende baletje natuurlijk superfascinerend was, en het best van alles; mijn vriendin en ik mochten alle lange rijen overslaan. Dit leverde soms wel geïrriteerde blikken op (ik voelde ze in mijn rug branden), maar toen dacht ik “ik ervaar al genoeg ellende van mijn beperking, dus een keer een voordeel hebben mag ook wel!” In Indonesië was dit toch wel even iets anders. Als er al een stoep was dan was deze echt niet te doen met een taststok, dus was ik voornamelijk afhankelijk van mijn moeders armen (ze heeft spierballen gekweekt op deze reis, dat is iets wat zeker is).
Ik ben iemand die uitdagingen niet snel uit de weg gaat, dus kreeg ik het idee om op Bali een vulkaan te gaan beklimmen. Een tocht van 45 minuten omhoog om de zonsopgang te bekijken, dat moet wel te doen zijn toch? Ik appte en mailde met de organisatie om de situatie uit te leggen, iedereen was superbegripvol en we zouden een pad nemen dat meer begaanbaar was dan andere paden. Op de website stond ook “Deze tocht is geschikt voor iedereen, behalve als je zwanger bent!” Ik denk dat ze dit toch een keer moeten herzien, want als ons pad het meest begaanbare pad was, dan klopt er toch iets niet helemaal. De tocht was namelijk heel intens, omhoog in het pikkedonker, mezelf vastklampend aan alles wat maar enigszins grip gaf. Eenmaal boven was ik zo ontzettend trots op mezelf dat ik wel even een brok in mijn keel kreeg. Maar, toen moesten we ook weer naar beneden ... 1300 meter naar beneden klimmen, zonder enig gevoel voor diepte? Ja joh, doe ik wel even.
Omlaag was veel erger dan omhoog, ondanks dat het al licht was, heeft de gids me zowat naar beneden moeten trekken. Eenmaal weer met beide voetjes op platte grond was ik toch wel uitgeput, maar ook een beetje opgelucht. Toen ik dit verhaal aan mijn rehab-vrienden vertelde, reageerde er eentje met “Je leeft maar een keer, dus gewoon doen!” Waarop ik reageerde: “Ik leef maar een keer, dus kon ik ook maar een keer van een vulkaan storten!” Nee maar serieus, het was een megacoole ervaring, maar niet eentje voor het lijstje van ‘Geschikte activiteiten voor blinden op Bali’.
Hoe doe je dat, op reis gaan?
Alleen op reis gaan is niet onmogelijk, maar het is wel lastig. Als mijn zicht goed genoeg was, had ik allang mijn rugzakje gepakt en was ik naar Zuid-Amerika of Nieuw-Zeeland gegaan, maar dat zit er net niet in. Ik reis daarom veel met anderen, voornamelijk met familie, omdat ik hen vertrouw en zij het beste weten hoe ze met mijn zicht om kunnen gaan. Dit jaar ben ik voor het eerst langere tijd met een vriendin op reis geweest (New York) en dat ging boven verwachting echt megagoed. Dit kwam vooral omdat ik zelf bekend was met het land, omdat het goed begaanbaar is met een taststok en omdat we van elkaar weten wat we aan elkaar hebben.
Aan de andere kant, alleen vliegen is prima te doen! Op vliegvelden is assistentie aan te vragen, wat inhoudt dat ze je rondrijden in een fancy golfkarretje om je bij de juiste gate te droppen (ik zie mezelf er nog wel voor aan dat ik anders op een vlucht naar Siberië eindig, terwijl ik toch echt heel graag naar Hawaii wilde), en ze helpen je met de douane en het terugvinden van je koffer. Dit geeft toch wel een gevoel van zelfstandigheid in een wereld waarin ik toch redelijk afhankelijk ben.
Lotte’s favorieten
Poeh, ja, dit is wel een dingetje. Ik heb redelijk wat van de wereld gezien, en elke plek waar ik ben geweest heeft zo z’n charmes (dit klinkt wel heel politiek correct). Van het loslaten van een wensballon op een spoorweg in een of ander gehucht in Taiwan tot ziplinen in de canyons van Mexico, I’ve been there! Als ik dan toch echt moet kiezen, ga ik voor de roadtrip die mijn moeder en ik drie jaar geleden langs de westkust van de VS maakten. Het was fantastisch weer, het landschap was prachtig en ik hou gewoon van Amerika.
Mijn bucketlist is daarentegen wel eindeloos: ik wil nog heel graag een keer naar Chili, Machu Picchu in Peru en Nieuw-Zeeland gaan of het Noorderlicht zien. Het enige wat je me niet zo snel zal zien doen, is de Kilimanjaro beklimmen, maar als ik die kans krijg ga ik hem sowieso aan!
Heb je nog tips?
Het ligt er een beetje aan wat je met je vakantie wilt en hoe erg je van uitdagingen houdt. Ik vind het leuk om dingen te ondernemen, ik kan niet zo goed tegen twee weken knock-out op een wit zandstrand liggen, maar ieder z’n ding. Ga met mensen op reis die je echt vertrouwt en waarvan je weet dat je beperking voor hen ook te doen is op reis, dus dat het niet een te grote belasting voor ze wordt. En ga je met het vliegtuig? Ik zoek altijd een stoel aan het gangpad en niet te ver van een nooduitgang, zodat ik weet dat ik nog een kans van overleven heb als er iets gebeurt.
Voor diegenen onder ons die echt helemaal onafhankelijk op reis willen gaan: laatst kwam ik achter het bestaan van TravelEyes, een Britse reisorganisatie die reizen organiseert voor blinden en slechtzienden en die, net als ik, geen enkele uitdaging uit de weg gaan. The Sky is the Limit!
Auteur: Lotte de Bitter
Wil je meer blogs lezen van Lotte? Lees hier Lotte's blog over haar revalidatietraject bij Visio het Loo erf.