Als je blind of slechtziend bent, is het niet altijd vanzelfsprekend dat je ook sport. Maar uiteraard zijn er meer dan genoeg mogelijkheden om dit toch te doen. In de themaserie Sport in de spotlight brengt We Are Ctalents deze voor het voetlicht. In de tweede aflevering dit keer een niet fysieke sport: schaken.
Waarom schaken?
Ik (Lucas de Jong, 24 jaar, blind) ben sinds ongeveer negen jaar een fervent schaker. Wat me erg aantrekt in de sport, is het zoeken naar de beste oplossing. In feite ben je steeds bezig met het oplossen van kleine puzzels. Hoe kan ik mijn tegenstander te slim af zijn? Wanneer je grote plan heeft gewerkt en je je tegenstander hebt overmeesterd, geeft dat heel veel voldoening.
Maar niet alleen het winnen van partijen is belangrijk. Je zou het misschien niet denken, maar een schaakclubavond is vaak ook heel sociaal. Ik speel zelf in Nijmegen op een reguliere schaakclub, namelijk SMB. Voorafgaand aan mijn partij op de club spreek ik vaak mijn vrienden van de club (overigens zitten daar een flink aantal leeftijdgenoten), en ook na de partij is er genoeg ruimte om onder het genot van een drankje je partij te analyseren en over andere onderwerpen te praten. Schaken heeft mij daarom veel sociale contacten opgeleverd.
Schaken als blinde of slechtziende
Maar hoe werkt dat nu eigenlijk, schaken als je niet of niet goed kunt zien? Je hebt een speciaal bord met gaatjes erin. De stukken kunnen met pinnetjes in deze gaatjes worden geplaatst, zodat ze niet omvallen als je eraan voelt. Dat voelen is normaal gesproken niet toegestaan, want ‘aanraken is zetten’, maar voor visueel gehandicapten is daar een uitzondering voor gemaakt. Je speelt met twee borden, zodat de goedziende speler naar de stelling kan kijken terwijl jij aan het voelen bent. De zetten worden aan elkaar doorgegeven door ze hardop te zeggen, bijvoorbeeld ‘paard g1 naar f3’. Zo kunnen de blinde en de ziende op een gelijkwaardig niveau tegen elkaar spelen.